In de loop van deze maand gaat NS honderden kantoormedewerkers inzetten in de trein. Zij moeten de werkdruk van de conducteurs verlichten. "Dan kunnen de conducteurs ook weer eens een vrije dag nemen", zegt een woordvoerder tegen RTV Utrecht.
NS kampt al jaren met een groot tekort aan rijdend personeel. Vorig jaar en in 2021 leidde dat ertoe dat treinen (soms op het laatste moment) uit de dienstregeling werden gehaald omdat er geen machinist en/of conducteur was. Ook werden treinen ingekort.
In februari van dit jaar erkende topman Wouter Koolmees dat het bedrijf treinreizigers tekort had gedaan. Volgens hem had NS zich laten verrassen door het personeelstekort en oplopend ziekteverzuim bij het personeel, onder meer door corona. "Mensen konden niet meer van ons op aan. Dat noem ik een nederlaag", aldus Koolmees toen. "We hebben onze reizigers teleurgesteld afgelopen jaar."
NS heeft vorig jaar wel in een hoog tempo veel nieuwe conducteurs en machinisten aangenomen. Voor de ruim 7000 openstaande vacatures zijn bijna 5200 kandidaten gevonden. Maar daarmee is het gat nog niet gedicht. Bovendien kost de opleiding enkele maanden.
Als overbruggingsmaatregel schakelt de NS vanaf vandaag ongeveer 250 kantoormensen in. Zij worden twee dagen in de maand treinassistent. Zij hebben niet de bevoegdheid om kaartjes te controleren, maar kunnen wel vragen van reizigers beantwoorden. En ze vormen, zeker bij lange treinen, een extra paar ogen bij het sluiten van de deuren. Dat is werk dat een conducteur eigenlijk niet alleen kan doen.
Iedereen die wordt ingezet als treinassistent, krijgt een korte cursus, bijvoorbeeld voor het omgaan met een portofoon.
Om de werkdruk van de conducteurs verder terug te brengen, huurt NS ook 320 extra beveiligers in. Zij worden vooral ingezet op treinen in de avonduren.
Paus Franciscus is weer thuis in het Vaticaan na een verblijf van drie dagen in het ziekenhuis. De 86-jarige leider van de Rooms-Katholieke Kerk was opgenomen met ademhalingsproblemen. Hij had bronchitis, een infectie van de onderste luchtwegen.
Gisteren ging het al een stuk beter met de paus na toediening van een antibioticum; zo werd gemeld dat hij weer trek had in een stukje pizza.
Bij zijn vertrek uit het ziekenhuis zwaaide de paus en zei hij lachend: "Ik leef nog!" Hij stapte even uit de auto, sprak met verslaggevers en met mensen die hem het beste wensten. Ook zette hij zijn handtekening op het gips van een jongen met een gebroken arm en bad hij met een stel van wie de dochter vannacht in het ziekenhuis was overleden.
Franciscus wacht een zeer drukke periode. Morgen is het Palmzondag. Dan herdenkt de kerk de intocht van Jezus in Jeruzalem. In de daaropvolgende Goede Week wordt zijn lijden en sterven herdacht, onder meer met een processie op Goede Vrijdag. Pasen, morgen over een week, vormt het sluitstuk en is de belangrijkste dag in het kerkelijk jaar. Dan vieren christenen dat Jezus uit de dood is opgestaan.
Of de paus aan alle vieringen meedoet, is nog niet bekend. Hij zal in ieder geval worden geassisteerd. Vorig jaar, toen Franciscus met knieproblemen kampte, was dat ook het geval. Kardinalen gingen toen voor in vieringen, in plaats van Franciscus zelf.
Het overgrote deel van de gemeenten in Nederland neemt met een saneringskrediet schulden over van mensen die ze zelf niet meer kunnen aflossen. Dat stelt het Waarborgfonds Saneringskredieten vast na onderzoek. Het fonds zegt "blij verrast" te zijn met de groeiende populariteit van het saneringskrediet, want het neemt doorgaans veel stress weg bij de schuldenaar.
Het saneringskrediet is een alternatief voor de traditionele schuldbemiddeling. Bij die oude regeling blijven schuldeisers drie jaar lang in beeld. In die periode lost de schuldenaar maandelijks af wat hij kan missen (de afloscapaciteit: alles boven het bestaansminimum). Als het lukt om aan die verplichting te voldoen, strepen de schuldeisers na die 36 maanden de schulden weg.
Bij het saneringskrediet is dat anders. De gemeente neemt daarbij de schuld over. De schuldeisers krijgen vervolgens van de gemeente een bedrag dat overeenkomt met wat de schuldenaar in drie jaar zou kunnen aflossen. In ruil voor dat bedrag strepen de schuldeisers meteen de schulden door en verdwijnen ze uit beeld. Voor de schuldenaar blijft één schuldeiser over: de gemeente.
Bekijk hier hoe een saneringskrediet Marcel Vonk uit de problemen hielp:
Schulden komen vaak samen met van alles dat kan tegenzitten in het leven. "Wij maken vaak mee dat er een scheiding is geweest die moeilijk is. Cliënten die niet meer kunnen werken doordat ze zoveel stress hebben", vertelt schuldhulpverlener Lilian Vrijhof. "Het is eigenlijk een cirkel die doorbroken moet worden."
Bij dat doorbreken van een vicieuze cirkel kan het saneringskrediet goed helpen, zegt Vrijhof. Ze werkt bij Stadsring, de schuldhulpverlening van de gemeente Amersfoort. Daar wordt inmiddels bij 80 procent van de hulpvragen een saneringskrediet aangeboden.
De traditionele schuldbemiddeling wordt nog wel gebruikt als de schuldenaar in de komende drie jaar waarschijnlijk flink meer inkomen gaat krijgen. "De schuldenaar kan dan meer gaan aflossen, en dus kunnen de schuldeisers meer krijgen," legt Vrijhof uit.
Schuldhulpverleners moeten rekening houden met de belangen van de schuldenaar én van de schuldeisers. Want de schuldeisers moeten ervan kunnen uitgaan dat met een bemiddelingsregeling of een saneringskrediet het maximale eruit wordt gehaald.
Daarbij groeit het inzicht bij schuldeisers, zegt Vrijhof, dat een loonsverhoging gedurende de aflossingstermijn niet per se betekent dat er meer afgelost kan gaan worden. "De schuldenaar kan bijvoorbeeld bij een loonstijging toeslagen gaan mislopen, waardoor er alsnog minder overblijft om mee te kunnen aflossen."
Vrijhof zegt dat schuldeisers met wie ze werkt als groot voordeel van het saneringskrediet zien dat ze een bedrag ineens krijgen, in plaats van 36 maandelijkse plukjes. "Ze kunnen het dossier sluiten en hoeven niet meer allerlei administratieve controles te doen. En ze zijn er ook bij gebaat dat de schuldenaar zo snel mogelijk financieel gezond raakt."
Het saneringskrediet wint al enkele jaren aan populariteit. In 2020 zag branchevereniging voor schuldhulp NVVK dat haar leden ongeveer evenveel saneringskredieten aanboden als bemiddelingsregelingen. Een jaar later was dat beduidend meer. Nu, drie jaar later, blijkt uit onderzoek van het Waarborgfonds Saneringskredieten dat 90 procent van de gemeenten saneringskredieten aanbiedt.
Grotere gemeenten hebben vaak al jaren ervaring met het saneringskrediet. Kleine en middelgrote gemeenten sluiten nu aan. "We zagen afgelopen jaren dat gemeenten wel bereid waren om een saneringskrediet aan te bieden, maar aanhikten tegen het overnemen van het risico dat het krediet niet helemaal wordt afgelost", zegt Frank Dijkstra van het waarborgfonds.
Om dat risico weg te nemen, werd vorig jaar het waarborgfonds opgericht, met een subsidie van het Rijk. Tegen een premie van 1 procent van het kredietbedrag kan het stuklopen van de aflossing worden verzekerd, zodat de kredietverstrekkende gemeente altijd haar geld terugkrijgt.
"Die premie is eigenlijk te laag om het risico te dekken. Dat is om de regeling nu aantrekkelijk te maken", zegt Dijkstra. "We verwachten dat de premie de komende jaren iets zal stijgen. Maar nog steeds heel aantrekkelijk voor gemeenten om gezamenlijk de risico's te dragen."
In het onderzoek van het waarborgfonds staat dat zeker 22 van de 324 gemeenten geen saneringskredieten verstrekken. Van die 22 overwegen 9 het wel te gaan doen. Van 14 gemeenten is het onbekend of ze aan saneringskredieten doen.
Het is een bizar gezicht. Overal op het kleine kerkhof in het Drentse dorp Roderwolde zijn flinke gaten in de grond. Een aantal monumenten is scheefgezakt.
"Het is hier net een gatenkaas joh", zegt beheerder Gerard Pronk bij RTV Drenthe. Volgens hem is een das de schuldige.
De graven zelf zijn niet in gevaar, want die zijn gestut. Maar voor de beheerder en de bezoekers van het kerkhof aan de Pastorielaan is het oppassen geblazen. "Een collega van mij zakte ineens naar beneden toen hij naast een graf stond en een stap opzijzette", aldus Pronk.
Toen de eerste kuilen ontstonden, ging Pronk er zelf van uit dat een otter aan het werk was. Hij reageerde verbaasd toen een wildcamera onlangs liet zien dat het om een das gaat. "Dat is namelijk best een groot dier, terwijl het tussen twee graven door een gangetje van 10 centimeter heeft gegraven. Daarom dacht ik niet aan een das", zegt Pronk.
De beheerder en zijn collega's van de gemeente proberen de schade te beperken door telkens nieuwe aarde aan te brengen. Al valt dat nog niet mee. "Er zitten echt behoorlijke gaten tussen. De ene keer zijn het kuilen van zo'n 20 à 30 centimeter diep, maar soms ook tunnels van 2,5 meter lang. Er zijn graven waar slechts een reepje grond van 10 centimeter tussen zit, maar ook daarin zitten gaten" zegt Pronk. "Het is echt een professional."
"Kijk, hij begint steeds daar. Ook begin deze week was-ie er nog", vervolgt de beheerder, wijzend naar een hoek van het kerkhof. "Daar staat een graf dat nog regelmatig bezocht wordt door nabestaanden. Zij hebben de gaten dichtgemaakt. Maar de das laat zich niet ontmoedigen en gaat gewoon verder naar de graven ernaast."
Pronk en de gemeente willen van de das op het kerkhof af, en het liefst 'diervriendelijk'. "Wat we kunnen doen, weten we nog niet precies", zegt Pronk. "Op plekken waarvan we denken dat ze al een tijdje niet meer is gekomen, dichten we de gaten. Dan hopen we maar dat ze daar niet meer komt."