Zes euro boete voor Sprookjesbos Valkenburg, schuldig aan gondelongeluk

Het Valkenburgse pretpark Sprookjesbos moet een boete van zes euro betalen aan een slachtoffer van een gondelongeluk twee jaar geleden. Dat heeft het Openbaar Ministerie bepaald. Na bijna twee jaar is het onderzoek naar het ongeluk afgerond.

Op 27 mei 2022 viel een karretje van een attractie in het park enkele meters naar beneden. Er zaten twee volwassenen en twee kinderen in. Beide volwassenen en een van de kinderen raakten gewond. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) startte een onderzoek.

Een jaar geleden droeg de NVWA het onderzoek over aan het OM. In veel voorkomende en kleinere zaken in het strafrecht kan het OM zonder tussenkomst van de rechter zelf een straf opleggen. Dat gebeurt door het opleggen van een strafbeschikking. Zo'n beschikking kan bestaan uit een taakstraf, geldboete of schadevergoeding.

De officier van justitie bevond het pretpark in deze zaak schuldig aan twee overtredingen: zwaar lichamelijk letsel door schuld en het niet voldoen aan de zorgplicht met betrekking tot onderhoud van de attractie.

Schuld is vastgesteld

De boete voor de overtredingen is laag, omdat het Sprookjesbos al failliet was toen een van de slachtoffers het pretpark aansprakelijk stelde. Uit gesprekken met de curator bleek dat de financiële situatie van het Sprookjesbos erg slecht was: er waren geen financiële mogelijkheden meer voor het slachtoffer om bij het Sprookjesbos te verhalen, schrijft L1 Nieuws.

Het OM laat weten dat de boete is opgelegd in het belang van het slachtoffer: nu is de schuld vastgesteld bij het park en kan het slachtoffer daarmee bij de verzekeraar terecht. Doordat de zaak nu is afgehandeld, komt er voor het slachtoffer geen proces bij de rechter. Waarom het slachtoffer het park pas na zo'n anderhalf jaar aansprakelijk stelde voor het ongeluk, is niet bekend.

Failliet

Sprookjesbos werd in 1950 opgezet door Bruno Bruck. In december vorig jaar werd het park failliet verklaard, omdat het geen winst meer maakte door lage bezoekersaantallen. Toch gaat het binnenkort weer open: de Rotterdamse ondernemer Raymond Vaessens kocht het hele park op. Hij wil het verduurzamen en kijkt naar een samenwerking met de nabijgelegen rodelbaan in Valkenburg.

De attractie waar het twee jaar geleden misging, wordt wel weggehaald. "Dat ongeluk was vreselijk", zei een woordvoerder van Sprookjesbos daar vorige maand over. "Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen, maar zolang de attractie daar staat, blijft het onderwerp van gesprek." Op de plek die de attractie achterlaat, komen mogelijk parkeerplaatsen voor bezoekers.

Na wijziging donorwet veel meer registraties

Sinds de wijziging van de donorwet vier jaar geleden is het aantal mensen dat 'actief' heeft doorgegeven of ze organen willen doneren met meer dan 50 procent gestegen. Dat staat in een evaluatie van de eerste jaren van de wet, die in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid is gedaan.

Demissionair minister Dijkstra voor Medische Zorg heeft de resultaten naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij was zelf als D66-Kamerlid de initiatiefnemer van de wijzing van de wet. De nieuwe donorwet ging in op 1 juli 2020. Kern van de wetswijziging was dat mensen die niet reageren op de vraag of ze orgaandonor willen worden, toch als donor worden geregistreerd.

Van 6,9 naar 10,7 miljoen registraties

De onderzoekers (van het bureau Berenschot, samen met Ipsos I&O) zeggen dat het aantal mensen dat hun wens actief heeft laten registreren, is gestegen van 6,9 miljoen in 2020 naar 10,7 miljoen in 2023. Volgens de evaluatie heeft de wet daarmee geholpen de duidelijkheid te vergroten over iemands wens om donor te zijn.

Van de 10,7 miljoen geregistreerden geven 4,8 miljoen mensen toestemming voor donatie en 4,4 miljoen mensen niet. De overige actief geregistreerde mensen laten de beslissing over aan iemand anders, bijvoorbeeld een nabestaande. Overigens is het aantal mensen dat geen toestemming geeft voor donatie harder gestegen dan het aantal dat dat wel doet.

Iets meer transplantaties

Het aantal donoren en uitgevoerde orgaan- en weefseltransplantaties is sinds de inwerkingtreding van de wet licht gestegen, maar volgens de onderzoekers is het lastig om te zeggen of dat door de wet komt. Ze wijzen daarbij onder meer op de relatief kleine absolute aantallen en op de gevolgen van de coronacrisis.

De onderzoekers adviseren de minister daarom een nieuwe evaluatie in te stellen. Dijkstra is dat inderdaad van plan, al ziet ze er meer in om dat over vijf jaar te doen en niet over drie jaar, zoals de onderzoekers voorstellen.

Ruim 3 miljoen mensen staan ingeschreven als 'geen bezwaar'

Zo'n 3,3 miljoen mensen hebben geen keuze doorgegeven aan het register. Dat betekent dat zij een 'geen bezwaar'-registratie hebben en dat hun organen in principe voor donatie in aanmerking komen. Maar als de nabestaanden zeker weten en aan de arts kunnen uitleggen dat iemand echt geen donor wilde worden, worden die bezwaren gehonoreerd.

Volgens de evaluatie heeft ongeveer de helft van deze groep daadwerkelijk geen bewaar of vindt het niet nodig om te kiezen. De andere helft noemt redenen als dat ze het moeilijk vinden een keuze te maken, dat ze er (nog) niet over hebben nagedacht of dat ze het willen overlaten aan de nabestaanden.

Geen wetswijziging

In de evaluatie staat dat de 'geen bezwaar'-registratie tot onduidelijkheid leidt, dat in de praktijk niet iedereen begrijpt wat die registratie betekent en dat zorgprofessionals een gesprek met nabestaanden in dit soort gevallen als lastig ervaren.

De onderzoekers denken dat een wetswijziging die onduidelijkheid kan oplossen. Dijkstra voelt daar voorlopig niks voor. Volgens haar is de wet helder over de juridische gevolgen van het uitblijven van een keuze. Ook op dat punt wacht ze een volgende evaluatie af. Ze wil er wel meer aandacht aan geven in voorlichtingscampagnes.

De minister is blij dat het aantal mensen dat actief heeft nagedacht of ze wel of geen donor willen zijn, flink is toegenomen: "En of het nou nee of ja is, het gaat erom dat nabestaanden weten wat degene die mogelijk in aanmerking komt als donor gewild heeft." Ze hoopt wel dat nog meer mensen in het register aangeven wat hun voorkeur heeft.

Wet heeft tijd nodig

Ook de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) is tevreden met de toename van registraties. Ic-artsen voeren de gesprekken met nabestaanden van mogelijke donoren. "Meer mensen dan ooit hebben hun wens kenbaar gemaakt en naasten weten vaker wat de wens van hun dierbaren ten aanzien van donatie is", schrijft voorzitter Iwan van der Horst in een reactie.

Meer bewustwording rondom de verschillende registraties is belangrijk, stelt de NVIC, maar aanpassing van de wet acht de vereniging onwenselijk "De wet brengt grote verandering met zich mee voor de bevolking en betrokken artsen. Voor het opbouwen van ervaringen zal tijd nodig zijn."

Megazaak tegen Nederlandse plofkrakers van start in Duitse sporthal

Tussen de basketbalbaskets en voor ingeklapte klimrekken staat een podium, daarop een brede tafel met daarachter een aantal rechters. Boven hun hoofd een scorebord om bij te houden wie er voor staat: het thuisteam of de gasten.

Om de score bij te houden is het te vroeg in de rechtszaak tussen het Duitse Openbaar Ministerie en zestien voornamelijk Nederlandse verdachten. Ze zouden tientallen plofkraken in Duitsland op hun naam hebben staan. Vandaag is de eerste van de naar verwachting ruim zeventig zittingsdagen die gepland staan.

Vanwege de grote omvang vindt de zaak in het Beierse Bamberg niet plaats in een normale rechtszaal, maar in de gymzaal van het opleidingscentrum van de lokale politie. De verdachten hebben bij elkaar ruim 30 advocaten bij zich. Ook voor de tolken moest er plek zijn.

Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt de groep ervan als bende 27 plofkraken door heel Duitsland te hebben gepleegd. Ze zouden daarbij zo'n drie miljoen euro aan contant geld hebben buitgemaakt. Door de explosies is bovendien 5,5 miljoen euro aan schade veroorzaakt.

Nederlands exportproduct

Plofkraakbendes hebben hun aandacht de afgelopen jaren naar Duitsland verlegd. Nederlanders betalen steeds minder contant en daarom zijn er steeds minder automaten. Bovendien zijn die inmiddels goed beveiligd, bijvoorbeeld met lijm die bankbiljetten onbruikbaar maakt.

Duitsers betalen nog volop met cash, waardoor er relatief veel meer automaten zijn. Die automaten zitten bovendien voller en zijn vaak nog minder goed of niet beveiligd. Daar maken de bendes gebruik van, hoewel het aantal plofkraken in Duitsland afgelopen jaar wel iets minder is geworden.

Het aantal plofkraken in Duitsland waarbij vermoedelijk Nederlanders betrokken waren, nam voor het eerst in jaren af. Het waren er in 2023 367, tegen 442 een jaar eerder.

Taakverdeling

In dit geval zou de groep vanuit een garage in Roermond te werk zijn gegaan. "We verdenken ze ervan dat ze zeer georganiseerd te werk zijn gegaan", zegt OM-woordvoerder Alexander Baum. "Vooraf zijn banken verkend. Er waren explosievenmakers, mensen die de explosieven plaatsten, vluchtautobestuurders en mannen die de logistieke deden."

Met gestolen nummerborden op snelle auto's zouden ze na de plofkraak terug naar Nederland zijn gescheurd. Onder andere met behulp van "geheime middelen" is het OM naar eigen zeggen op het spoor gekomen dat naar Nederland leidde.

'De meesten komen uit Utrecht en omgeving'

De meeste advocaten willen geen interviews geven voor camera, maar Martin Nitschmann wel. Dat ze plofkraken in Duitsland als een zeer Nederlands fenomeen zien, kan hij bevestigen. "Ook uit eigen ervaring." Hij heeft meer verdachten van plofkraken bijgestaan. "Meestal komen de cliënten uit Utrecht en omgeving. Waarom dat is weet ik niet, maar het is zo." Zijn eigen cliënt wil nog niet zeggen of hij schuldig pleit of niet.

Op de vraag van de rechter wat de verdachten doen in hun dagelijks leven komen verschillende antwoorden. Velen zijn automonteur, mantelzorger of verpleger. Een verdachte heeft een eigen schoonmaakbedrijf en een ander geeft aan ex-voetballer te zijn.

Andere gevangenissen

Om te voorkomen dat de verdachten met elkaar praten, zijn ze allemaal in andere gevangenissen door heel Beieren ondergebracht. Dat zorgt volgens Nitschmann voor veel gedoe. "Mijn cliënt zat ongeveer 200 kilometer hiervandaan. Die reis is voor mij een probleem en voor hem een probleem." Om te voorkomen dat hij van daaruit meer dan 70 keer opgehaald en gebracht moest worden, is hij inmiddels overgeplaatst naar een gevangenis dichter bij de rechtszaal.

Tijdens de eerste zittingsdag kon er inhoudelijk niet veel worden besproken. Advocaten maakten bezwaar tegen de grote hoeveelheid documenten. Die hebben ze nog niet allemaal kunnen doornemen en bespreken, met een tolk en met de verdachten. Daarom is de volgende zittingsdag verplaatst naar 8 mei. Een uitspraak dit jaar nog is onwaarschijnlijk.

Haïtiaanse premier Henry weg, overgangsraad aan zet om chaos te beëindigen

Premier Ariel Henry van Haïti is officieel afgetreden. Hij bevestigt zijn vertrek in een korte brief, gedateerd op 24 april en geschreven in Los Angeles. De brief is vandaag door zijn regering op sociale media gedeeld.

Henry verbleef sinds eind februari noodgedwongen in Puerto Rico. Twee weken geleden kondigde hij al aan zijn functie neer te zullen leggen als er een overgangsraad en een interim-premier waren aangesteld. Die overgangsraad, bestaande uit negen leden, wordt vandaag ingezworen. Henry's voormalige minister van Financiën, Patrick Boisvert, start per direct als tijdelijke premier van Haïti.

De overgangsraad heeft een mandaat tot 7 februari 2026. Op die datum moet een nieuwe premier worden benoemd. Voor die tijd moeten verkiezingen worden uitgeschreven en een nieuwe kiescommissie worden aangesteld. De raad mag ook helpen bepalen hoe de plannen van een nieuwe regering eruit moeten zien.

Nog steeds chaotisch

Volgens Henry heeft zijn regering "de natie gediend in moeilijke tijden". Haïti gaat al langer gebukt onder bendegeweld en armoede. Eerder dit jaar kwam het tot een geweldsexplosie: gewapende bendes namen de internationale luchthaven over, bestormden de grootste gevangenis van het land en stichtten in de hoofdstad Port-au-Prince brand in onder meer politiebureaus en ziekenhuizen.

Henry was op dat moment in Kenia om een deal te sluiten over een VN-missie voor Haïti, die het bendegeweld onder controle moest krijgen. De premier kon vervolgens niet meer terugkeren naar zijn land. Bendeleiders eisten zijn onmiddellijke vertrek.

De situatie in Haïti is nog steeds chaotisch. Meer dan 100.000 inwoners zijn sinds de geweldsuitbarsting de hoofdstad ontvlucht. Vele duizenden anderen verblijven in provisorische schuilplaatsen in de stad. "Port-au-Prince is op dit moment haast volledig afgesloten en is door blokkades ook via zee en lucht niet te bereiken", zei de directeur van Unicef deze week.

<
1