Podcast De Dag: Beverwijk, online en offline

In Beverwijk en omstreken hebben online video's van jongeren die elkaar mishandelen en vernederen, die met een vuurwapen schieten en dreigen met geweld, geleid tot angst onder jongeren én hun ouders. Een typisch voorbeeld van zogenoemd 'hybride geweld', vertelt criminoloog Shanna Mehlbaum. Daarbij komen online en offline geweld samen.

Door de online-dynamieken wordt het geweld verlengd en versterkt, zegt Mehlbaum, soms met grotere psychische schade dan de oorspronkelijke mishandeling. Ze deed er in opdracht van Politie en Wetenschap uitgebreid onderzoek naar. Opvallend is dat jongeren vaak betrokken zijn als dader, als slachtoffer, als filmer én als toeschouwer en dat die rollen ook regelmatig wisselen. Dit gebeurt vaak uit eigen lijfsbehoud.

Waarschuwing

Waarschuwing: in deze podcast zijn geluidsfragmenten te horen van het ernstige geweld tussen jeugdgroepen in Noord-Holland.

Loïs Iglesias is verslaggever bij NH Nieuws en komt zelf uit Beverwijk. Zij vertelt over de angst die onder jongeren in de omgeving is ontstaan en over wat er nu bekend is over hoe dit zo uit de hand heeft kunnen lopen.

Reageren? Mail dedag@nos.nl

Presentatie en montage: Elisabeth Steinz

Redactie: Lisa Konings

Deze aflevering van De Dag kun je hier beluisteren. Bevalt het? Vergeet je dan niet te abonneren!

Onze podcasts:

De Dag: elke werkdag 20 minuten verdieping bij één onderwerp uit het nieuws.

Lang verhaal kort: elke werkdag rond vijven één onderwerp, in 5 minuten. NOS op 3 vertelt je wat je moet weten over een actueel onderwerp om het nieuws erover beter te kunnen volgen.

Met het Oog op Morgen: elke dag een overzicht van het nieuws, een blik in de ochtendkranten en het betere journalistieke interview.

Het Beste uit het Oog: iedere zaterdag selecteert de redactie van Met het Oog op Morgen de mooiste gesprekken van de afgelopen week.

De Stemming van Vullings en De Rooy: elke vrijdag een nieuwe aflevering waarin de politieke week wordt doorgenomen. Gemaakt door de NOS en EenVandaag.

Jeugdjournaal-podcast: iedere week vindt het Jeugdjournaal antwoorden op vragen van kinderen bij het nieuws.

Vakbond FNV eist 6 procent meer loon, fors meer dan inflatie

6 procent meer loon. Dat eist vakbond FNV voor het komende jaar bij nieuwe cao-onderhandelingen. Vandaag, traditioneel de dag voor Prinsjesdag, komt de grootste vakbond van Nederland met die nieuwe looneis.

Vorige week deed vakbond CNV dat al. Die bond gaat komend jaar 3,5 tot 5 procent eisen, waarbij ze laten meewegen hoe goed een sector of bedrijf er voor staat.

FNV wil ook dat het minimumloon verder stijgt en dat lonen in de toekomst sowieso meegroeien met de inflatie.

Meer dan inflatie

"Onze arbeidsvoorwaardenagenda en de looneis van 6 procent zijn stevig, maar de prijzen stijgen ook nog steeds en de arbeidsmarkt is krap", zegt Jacqie van Stigt, interim cao-coördinator bij de FNV, "Na jaren van stilstand is het hoog tijd dat mensen er daadwerkelijk op vooruit gaan."

De looneis van de vakbonden ligt, voor het vierde jaar op rij, dus een stuk boven de prijspeilstijgingen. In 2022, het jaar waarin Rusland Oekraïne binnenviel en de energierekening duurder werd, kon het loon de inflatie niet bijbenen, maar dat is inmiddels ingelopen. In de jaren daarna daalde de inflatie sterk. Het Centraal Planbureau verwacht dat komend jaar de inflatie verder zakt.

Die loonstijging zou voor veel Nederlanders ruim voldoende moeten zijn om de inflatie tegen te gaan, ook komend jaar, blijkt uit de gelekte Miljoenennota. Daarbij moet wel altijd gezegd worden dat het gaat om de gemiddelde stijging van de koopkracht. En in de koopkrachtcijfers wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat, bijvoorbeeld, scheiding of ontslag voor veel inkomensverlies kan zorgen.

CNV zegt dat de lonen inmiddels op peil zijn: "De inflatieschok na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne is inmiddels verwerkt". Toch eist CNV meer dan de verwachte inflatie omdat de bond verwacht dat de bedrijven ook meer winst gaan maken. Daar moeten de werknemers meer van meeprofiteren, zegt CNV.

De hoge eisen hebben gewerkt. In 2023 en 2024 stegen de lonen hard, meer dan 6 procent. Zo'n stijging was sinds begin jaren 80 niet voorgekomen. Ook voor dit lopende jaar ziet het ernaar uit dat de lonen flink omhoog gaan. Wat meehelpt is dat er veel vacatures zijn, waardoor de werknemers eisen kunnen stellen.

Loonprijsspiraal

Het gevaar bestaat dat al dat extra geld via lonen zorgt voor nog hogere prijzen. Bedrijven rekenen dan hun hoge loonkosten weer door in hun producten, die daarmee weer duurder worden. Als hogere lonen zorgen voor meer inflatie, wordt gesproken van een loon-prijsspiraal.

Sinds de looneis wordt opgeschroefd, wordt er gewaarschuwd voor een loon-prijsspiraal. Toch lijkt daar niet echt sprake van. Vorig jaar concludeerde het CPB dat de prijzen wel de lonen hebben opgestuwd, maar andersom niet.

Ook De Nederlandsche Bank (DNB) ziet vooralsnog geen aanwijzing voor een loon-prijsspiraal. DNB waarschuwde wel meermaals voor een te sterke loonstijging, maar zegt dat ook andere kosten voor veel ondernemingen zijn gestegen. Veel bedrijven kunnen hogere arbeidskosten nog wel opvangen door wat in te teren op de winst, verwacht DNB.

Meer met minder mensen

Dat neemt niet weg dat werkgevers de hogere loonkosten wel moeten verwerken. Werkgeversnetwerk AWVN noemt de loonstijging "hardnekkig". Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW maakt zich zorgen. Met name het verhogen van het wettelijk minimumloon in de afgelopen jaren zou de andere salarissen omhoog geduwd hebben. FNV wil juist dat het minimumloon doorgroeit naar 18 euro per uur.

Daarnaast wijzen de werkgevers op het relatief hoge aantal faillissementen en de moeilijke omstandigheden waarin, bijvoorbeeld, de zware industrie zich bevindt. De industrie klaagt al langer over het vestigingsklimaat in Nederland. Naast hoge loonkosten hebben zij te maken met dure grondstoffen en hoge kosten voor energie.

Daar staat tegenover dat sommige economen juist een positief effect verwachten van hogere lonen voor de ontwikkeling van de economie. Ze wijzen de Nederlandse economie nu niet productief genoeg is: er zijn te veel mensen nodig, voor te weinig economische groei. Dat is waar politicus en voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi vorig jaar ook voor waarschuwde voor de gehele Europese economie.

Jarenlang groeide de lonen matig, waardoor het in Nederland aantrekkelijk is om veelal met goedkope, flexibele krachten te werken. Denk daarbij aan het werk in distributiecentra, schoonmaakbedrijven, beveiliging, horeca en detailhandel, vaak via uitzendbureaus. Dit zijn doorgaans sectoren met een lage productiviteit.

Hogere lonen kunnen bedrijven ertoe dwingen hun bedrijven te moderniseren, bijvoorbeeld door automatisering en robotisering.

Kabinet wil winsten in kinderopvangsector beperken

Het demissionaire kabinet wil de regels voor kinderopvangorganisaties aanscherpen. Vanaf 2029 worden winsten begrensd en mogen bestuurders niet meer verdienen dan het maximumsalaris in de publieke sector, dat nu op 246.000 euro ligt.

De plannen maken onderdeel uit van de volledige hervorming van het kinderopvangstelsel, waarbij de opvang bijna gratis moet worden. De overheid wil daarbij het geld rechtstreeks gaan overmaken naar de kinderopvangorganisatie, in plaats van naar de ouder. Zo moet voorkomen dat ouders in de financiële problemen komen, zoals bij het toeslagenschandaal.

Het kabinet verwacht straks bijna 9 miljard euro per jaar naar kinderopvangorganisaties over te maken. Een van de problemen is dat dat kan worden gezien als staatssteun. Om dat te voorkomen wil het kabinet van kinderopvang een zogenoemde 'dienst van algemeen economisch belang' maken, een constructie die ook wordt gebruikt bij woningcorporaties. De overheid mag dan onder strikte voorwaarden financiële steun geven.

Maar dat gaat wel gepaard met strenge regels voor kinderopvangorganisaties: zij mogen niet langer onbeperkt winst maken en komen onder de Wet normering topinkomens te vallen, waarmee volgens het ministerie van Sociale Zaken "excessieve beloningen aan bestuurders" worden voorkomen. Op dit moment is er geen sprake van grote winsten, maar het ministerie wil wel voorkomen dat kinderopvangorganisaties vanaf 2029 hun prijzen flink verhogen.

Kinderopvangorganisaties ontevreden

De Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) is niet blij met de stap van staatssecretaris Nobel (Participatie). BK wil dat het geld gewoon aan de ouders wordt overgemaakt in plaats van aan de opvangorganisatie, zoals dat nu meestal ook gebeurt. "Als de staatssecretaris de plannen doorzet, zouden er ongelofelijk veel administratieve regels bijkomen," zegt Dedan Schmidt van BK.

Schmidt denkt dat de regels ervoor zorgen dat organisaties minder snel extra locaties openen, omdat zij investeringen niet snel meer kunnen terugverdienen. "Wij zijn ook voor een redelijk rendement, maar op deze manier worden ondernemers huiverig om een kinderopvangorganisatie te starten. Dan ontstaan er wachtlijsten."

BK vertegenwoordigt onder meer commercieel ingestoken kinderopvangorganisaties en een aantal grote stichtingen. Een andere branchevereniging, Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, is juist wel blij met deze stap. "Er gaat fors meer geld uitgetrokken worden voor kinderopvang. Dan is het logisch dat de overheid ook wil dat geld doelmatig wordt besteed."

Ook de stichting voor Werkende ouders is blij met deze stap. "Ik snap gedeeltelijk de zorgen van de ondernemers", zegt voorzitter Marjet Winsemius. "Er spelen echter veel eigen belangen in de sector." Bovenal hoopt de stichting die opkomt voor het belang van de ouders dat hiermee een einde komt aan het ingewikkelde stelsel voor kinderopvangtoeslag.

Nobel zegt in een reactie met de branche om tafel te willen om dat mogelijke problemen op te lossen. "Ondernemers zijn de drijvende kracht achter onze goede kinderopvang. Daarom zorgen we ervoor dat zij kunnen blijven ondernemen en voldoende winsten kunnen blijven maken." Hoe hij dat precies wil regelen, is nog niet duidelijk.

Gratis kinderopvang eerder uitgesteld

De kinderopvang zou eigenlijk in 2025 gratis worden, maar het besluit is inmiddels meerdere keren uitgesteld. Een van de belangrijkste obstakels is het verwachte effect op de vraag: zodra de opvang goedkoper wordt, zullen aanzienlijk meer kinderen er gebruik van maken. De sector kampt echter nu al met personeelstekorten, waardoor er dan te weinig opvangplekken zullen zijn.

Raad van State keurt soepelere regels voor afschieten 'probleemwolf' af

De Raad van State is kritisch op de voorstellen van demissionair staatssecretaris Rummenie (BBB) om de term 'probleemwolf' in Nederland te verbreden. Volgens de belangrijkste kabinetsadviseur maakt hij het daardoor te makkelijk om een wolf te vangen of te doden, wat in strijd is met de Europese natuurbeschermingsregels.

Dit komt onder meer omdat onderzoek naar de staat van de wolvenpopulatie in Nederland ontbreekt. Als het niet duidelijk is of de populatie gezond en stabiel genoeg is, moet er volgens Europese wetgeving worden aangenomen dat dit niet het geval is, aldus de Raad. De wolf mag daarom alleen in "uitzonderlijke omstandigheden" worden gevangen of gedood, als er geen andere bevredigende oplossing bestaat en als dit geen negatieve gevolgen voor de soort heeft.

De beschermingsstatus van de wolf is onlangs door het Europees Parlement verlaagd van 'strikt beschermd' naar 'beschermd'. Dat betekent dat het dier niet mag verdwijnen, maar dat er wel ruimere regels komen voor het afschieten van wolven. De versoepeling komt er omdat het aantal wolven in Europa de afgelopen tien jaar bijna is verdubbeld.

De Raad van State adviseert het kabinet om de wet hierop aan te passen en stelt voor om ook de goudjakhals, die eveneens in Nederland actief is, een beschermde status te geven.

Steeds meer wolven

De wolf is sinds 2015 weer helemaal terug in Nederland, aldus de Rijksoverheid. Het aantal wolven in Nederland ligt nu naar schatting tussen de 104 en 124, blijkt uit het Wolvenmeldpunt van BIJ12. Dit voorjaar zijn zeker 45 wolven geboren in Nederland, blijkt uit beelden van wildcamera's in Friesland, Drenthe, Gelderland en Utrecht. Gezien het aantal geboren welpen lijkt dit aantal richting de 150 te gaan.

Dat het roofdier in een van de meest dichtbevolkte landen van Europa rondloopt, zorgt voor een hoop dilemma's en felle discussies binnen de samenleving. Aanleiding hiervoor zijn incidenten waarbij wolven vee of mensen aanvallen. Op de Hoge Veluwe viel een wolf eerder dit jaar een hardloopster aan. En op de Utrechtse Heuvelrug werd afgelopen zomer een 6-jarige gebeten door een wolf.

De situaties waarin het volgens Rummenie mogelijk zou zijn een wolf aan te pakken, verschillen "sterk in aard en ernst", stelt de Raad. In het wolvenplan van de staatssecretaris staat dat een wolf in verschillende gevallen mag worden gedood, bijvoorbeeld wanneer hij agressief reageert op mensen en hen aanvalt, maar ook wanneer hij twee keer vee aanvalt in dezelfde omgeving die wordt beschermd door een goed functionerend raster.

Stemmen over uitstel

De Raad van State vindt dat Rummenie onvoldoende onderbouwt waarom de bestaande wet- en regelgeving tekortschiet en hoe zijn voorstel dit zou oplossen. De Tweede Kamer besloot om de aanpak van probleemwolven aan het volgende kabinet over te laten.

Rummenie blijft optimistisch, ondanks het kritische advies van de Raad. Hij laat weten het advies "zeer serieus" te nemen en belooft het mee te nemen in zijn definitieve besluit, dat hij, ondanks de weerstand in de Kamer, nog dit jaar hoopt te nemen. "Zo wordt de grondslag waarmee het bevoegd gezag kan optreden alleen maar sterker."

Nieuwsuur maakte eind vorig jaar deze video over het verhitte wolvendebat:

3